Ds. Jan Chr. Vaessen Gasselte, april 2019
De letter Beth Een h u i s - om in te wonen De eerste letter in het eerste boek van de Bijbel, het boek Genesis, is de letter Beth. Het scheppingsverhaal begint met de Hebreeuwse uitdrukking bereshit en dat betekent ‘in den beginne’. De Hebreeuwse letters zien er heel anders uit dan onze letters en de vorm van de letter Beth is wel heel bijzonder. (afbeelding) Het lijkt wel een huisje. Het Hebreeuwse woord beth betekent ook huis. Maar het huisje dat de tweede letter van het Hebreeuwse alfabet tekent is een bijzonder huisje. Het huisje heeft grond onder de voeten, biedt een dak boven het hoofd en bovendien een steuntje in de rug. Maar het belangrijkste van dit huisje is wat er niet is, namelijk een afsluitende muur. Nee dit huisje is open aan de voorkant, open naar de toekomst toe. Bereshit, in den beginne en dan gaat er heel veel gebeuren. Niet van te voren vastgelegd, maar ontstaan in een lange geschiedenis. Dat betekent ook het Griekse woord genesis: ontstaansgeschiedenis. In het Hebreeuws heet dit eerste boek van de Bijbel gewoon Bereshit, In den beginne. Wat ik zo prachtig vind aan dit alles is, dat de eerste letter van de Bijbel dan wel de beth is, maar dat is de tweede letter van het Hebreeuwse alfabet. Voor het begin was er wel wat, namelijk de aleph, de universele liefde waarmee de hemelen en de aarde zijn geschapen en alles op een ondoorgrondelijke manier wordt bewaard. Echt helemaal zullen we deze werkelijkheid met ons beperkte menselijke inzicht wel nooit kennen, maar we vangen er wel flitsen van op in de schepping, flitsen van dat huisje zoals dat voor ons werd gebouwd om er met oervertrouwen en liefde met elkaar in te wonen. Grond onder onze voeten, de oergrond die ons blijft dragen. Een steuntje in de rug om met vertrouwen op weg te blijven, te ontwikkelen, te groeien, te ontstaan. Een dak boven het hoofd om te schuilen als het leven moeilijk is. Het huis dat met universele liefde voor ons werd gebouwd is een veilig huis. Je bent erin geborgen wat er ook maar gebeurt. Zo verwijst de letter beth naar de aleph, van de werkelijkheid die wij kennen naar een veel grotere werkelijkheid daarachter, daaronder, daarvoor. Het is de sfeer waar de universele liefde zich thuis voelt, de sfeer die onze menselijke werkelijkheid omvat, draagt en inkleurt. Een werkelijkheid die wij maar ten dele kennen, waarover we slechts stamelend en met horten en stoten iets kunnen roepen. En toch kunnen we ook daar met vertrouwen vertoeven omdat de universele liefde daar haar tedere scepter zwaait, de scepter die van het aardse huisje een heilig huisje maakt. LOGO ‘H e i l i g e ’ h u i s j e s Och wat zijn er een hoop heilige huisjes in en om ons heen. Hoeveel zijn er de laatste jaren niet ingestort en hoeveel proberen we niet koste wat kost overeind te houden. En hoe meer moeite we doen hoe sneller ze in elkaar zakken. Niets is meer heilig lijkt het wel. Alles moet bespreekbaar zijn en of we dan met klompen aan door de porseleinkast denderen zal ons een zorg zijn. Respect, begrip, echte aandacht en waardering waar zijn ze gebleven? De grote verhalen voldoen niet meer, geven geen houvast of vaste grond meer zeggen de postmoderne filosofen. Je zult toch echt zelf nog een beetje zin en betekenis in je leven moeten brengen anders ziet de toekomst er somber voor je uit. Maar, als je nergens meer in gelooft, is geen huisje meer heilig, volledig overgeleverd aan de elementen zijn ze gedoemd om in te storten. Ik bedoel: al die huisjes helemaal alleen op zich zelf, volledig dichtgetimmerd, zichzelf afgesloten van elke voedingsbron, zonder leven, tja die storten op den duur vanzelf wel in. En ik heb het niet alleen over vereenzaamde mensen verbitterd door het harde lot, ik heb het ook over leeglopende kerken, over faillissementen, over netwerken die zich opsluiten in hun idealen en mensen keihard laten vallen als ze de idealen net even anders invullen, over politici die hun retoriek uithollen door hun woorden los te koppelen van hun daden, over staten die zichzelf legitimeren met de meest afschuwelijke gruweldaden, over ... Weet je wat het verschil is tussen al deze gesloten, helemaal niet heilige huisjes en het huisje waar de Bijbel mee begint? De beth van bereshit is open naar de toekomst toe, in dit huisje kan niemand zich opsluiten in zichzelf en tegen de ander. Hier mag iedereen vrij in en uitgaan, elkaar op handen en in liefde dragen, beschutting zoeken, de vreugde van de intimiteit ervaren en de blijdschap van de geborgenheid en de vriendschap met elkaar delen. In dat huisje wordt het gewone leven met respect, begrip, aandacht en waardering met elkaar gedeeld. In dat huisje, waar de liefde woont, geeft zij ook haar zegen. Dat huisje staat op heilige grond, want er wordt beseft dat alle grond wordt gedragen door een nog grotere werkelijkheid waarin de Liefde haar tedere scepter zwaait. Dit huis is open voor alle levensenergie die er is en de mensen die er wonen worden erdoor gevoed. Hier is geen plek voor schijnheiligheid die het huis doet instorten, hier groeit gemeenschap en duurzame heiligheid. Als je het zo bekijkt is het maar goed dat al die ‘heilige’ of beter schijnheilige huisjes instorten. Want zo komt er ruimte voor het goede leven dat wortelt in de heel andere werkelijkheid van de tedere scepter. Opnieuw beginnen Wat zou het toch fijn zijn - en ik denk zelfs dat dat nu meer dan ooit nodig en ook onze opdracht is – wat zou het fijn zijn als we de schijnheiligheid van al die ingestorte heilige huisjes gingen inzien en we voorbij de schone schijn zicht krijgen op datgene wat liefde bouwt. Dat is namelijk wel duurzaam en blijft gewoon bestaan. Van generatie op generatie, in de materiële en in de geestelijke wereld, met een bestaansrecht waarvan de diepte en reikwijdte ons volledig ontgaan, maar dat ons vóór en voorbij de grenzen van tijd en menselijke werkelijkheid wel blijft omarmen. Ofwel kijk eens verder dan je neus lang is, en ervaar die andere werkelijkheid van licht en liefde eens op een concrete en totaal nieuwe manier in je eigen leven. Dan gaan ook jij en ik in ons eigen heilige huis met de tedere scepter van de liefde zwaaien en wordt het leven pas echt goed. Dan kan zelfs een totaal nieuwe werkelijkheid zich gaan ontwikkelen. Ds. Jan Chr. Vaessen Gasselte, april 2019 ![]() Zaterdag 12 augustus 10.30 uur Sint-Janskathedraal Den Bosch. Diep onder de indruk ben ik. Hoe deze man zijn subtiele begaafdheid wist in te zetten voor de (ver)bouw van onze stad. Hij is een prachtig inspirerend voorbeeld.; wist oa het dempen van de Binnendieze te voorkomen & restaureerde 45 belangrijke panden in de stad. Ook schreef hij diverse boeken om zijn kennis over te dragen. Diaken Vladimir Palte wist dit tijdens zijn laatste eerbetoon zo mooi te verwoorden. En gelukkig mag ik de woorden van de Diaken hierbij citeren. In de hoop dat er meer mensen die deze kunst verstaan, opstaan, en aan het werk gaan als medebouwer van het publieke domein. Diaken Vladimir Palte over Jan van der Eerden ( 25 november 1926 - 5 januari 2019): "De grote gedrevenheid van Jan kwam voort uit het feit dat hij het achteloze omgaan met de gebouwde schoonheid nooit heeft kunnen verdragen. Voor Jan waren monumenten en steden bezield. In de architectuur van een stad werken positieve, levengevende krachten die een harmonie bewerkstelligen tussen de mens en zijn omgeving. In de architectuur is daarom niet alleen materiële, maar ook spirituele kennis noodzakelijk om de eenheid tussen mens en omgeving te bevorderen, zodat de mens in balans staat met zijn omgeving in een relatie die helend werkt. Antieke culturen, maar ook onze eigen cultuur, hadden in oorsprong al kennis van de energetische stromen en wetmatigheden, die de architectuur de kennis verschaften om hieraan vorm te geven in de manier van bouwen en wonen, zodat hierdoor aan de mensen gezondheid, welstand en wijsheid werd verschaft. Rigoureus ingrijpen in oude steden en vernietigen van eeuwenoud erfgoed was daarom voor Jan een doodzonde, begaan door mensen die er niets van begrepen. Tot aan het einde van zijn leven bleef Jan trouw aan deze opvattingen. Het is niet overdreven om te stellen dat zonder Jan van der Eerden ’s-Hertogenbosch nooit de stad zou zijn geweest zoals we die tegenwoordig kennen. Een stad van grote schoonheid , waar velen in binnen- en buitenland zich aan komen laven. Een stad met een goed leefklimaat, waar Jan zijn grote bijdrage aan heeft gegeven. En we beseffen dat zijn bijdrage de rijke erfenis is die Jan van der Eerden ons nu nalaat, met de boodschap dat wij respectvol en verantwoordelijk dienen om te gaan met onze monumentale rijkdom, omdat ook de generaties na ons dit verdienen. We zijn er Jan intens dankbaar voor en we mogen ervaren dat zijn geest en zijn positieve energie ook na zijn dood nog steeds in ’s-Hertogenbosch aanwezig zijn. Vandaag nemen wij afscheid van Jan. We vertrouwen hem toe aan onze God van leven die door het sterven en verrijzen van zijn zoon eeuwig leven heeft belooft aan ieder die hem en zijn naaste liefheeft. Moge Jan nu gelukkig zijn in het hemelse Jeruzalem, waar alle energetische stromen samenkomen. Jan zal er als architect zeker zijn ogen uitkijken. Met groot respect spreken wij hier vandaag zijn naam uit: Jan van der Eerden. In liefde blijft hij leven in onze herinnering." tekst is afkomstig van de uitvaart homilie geschreven en verwoord door Diaken Vladimir Palte.
l a n g l e v e n
het bouwritueel Vaandel voor de markt 31 , dat na afronding officieel tot cultuur historisch erfgoed wordt verheven, en nog wel de langste in onze stad haha! Eeuwig te bekijken, voor wie maar wil, in ons aller Stadsarchief 's-Hertogenbosch l a n g s t e a r c h i e f s t u k v a n D e n B o s c h Samen met Gerard Monté (stadsfotograaf) ben ik 8 januari om 16 uur naar het Stadsarchief 's-Hertogenbosch gegaan en heb het Vaandel aangeboden. Stadsarchivaris Rolf Hage nam het Vaandel in ontvangst. Dat was best een officieel gebeuren: samen ondertekenden wij een schenkingsovereenkomst. Mooi om te weten dat het Stadsarchief het Vaandel voor de eeuwigheid gaat bewaren :) Ze waren zichtbaar blij met onze bijdrage; een verrijking naast alle technische input over deze bijzondere gebeurtenis; de instorting van het hoekpand aan de Markt 31 in 's- Hertogenbosch. Samen met een aantal collega's sprak Rolf vervolgens enthousiast over het initiatief en de daadwerkelijke betekenis die het heeft gehad. Bedevaart, altaar, navel van de stad en meer symbolieken passeerden de revue. Het Vaandel is het langste archiefstuk ( 6,5 meter) dat het Stadsarchief van 's- Hertogenbosch momenteel in zijn bezit heeft. Maar wat bij mij het allermeeste indruk maakt is dat het Vaandel hiermee officieel Cultuur Historisch Erfgoed is geworden! * het Vaandel voor de Markt 31 is een bouwritueel initiatief in samenwerking met Nelleke de Noo (illustratie), Ab Bertholet (gedicht) Karin Jonkers (vormgeving) en Verena Stuit Onderstaand artikel is als ingezonden brief gepubliceerd in het Stadsblad , het Brabants Dagblad en Erfgoed Stem ![]() foto peter ekels Suzanne van Hees, 12 november 2018 Vanochtend fietste ik langs de Camping, je weet wel, dat leuke koffietentje in het oude brugwachtershuisje langs de Bossche Zuid-Willemsvaart. Daar trof ik Imke met een campingbaas-in-spé in het heerlijke najaarszonnetje. Of ik koffie wilde. Ja, dat wilde ik wel. We raakten aan de praat over het brugwachtershuisje en over de bouwrituelen waar Imke zich mee bezighoudt. Ze zei: “ik heb een zelfverzonnen beroep, daar kun je niet voor studeren”, waarop ik zei: “nou, eigenlijk toch wel!” Oja? Hoe dan. Nu wil het geval dat ik antropoloog ben. En antropologen houden zich bezig met cultuur, en ook met rituelen. Het is heel belangrijk om rituelen uit te voeren en dingen in het leven te vieren. We zijn dat een beetje verleerd en dat is eigenlijk zonde. Want rituelen vieren markeert gebeurtenissen in het leven en geeft die gebeurtenissen een plek in het leven van mensen, en van hun omgeving. Dat schept duidelijkheid en gemeenschapszin. En dat is best welkom in deze hypergeïndividualiseerde samenleving. Een belangrijk soort ritueel, dat in veel samenlevingen gevierd wordt is het zogenoemde overgangsritueel, of rite-de-passage. Dit markeert de overgang van een oude naar een nieuwe status. We kennen enkele overblijfselen daarvan nog wel: het vrijgezellenfeest, de doop, de ontgroening van studenten. Iemand staat op het punt van status te veranderen, bijvoorbeeld als een jongeman gaat trouwen. Eerst wordt dan afscheid genomen van de oude status, van de jeugd. Het is goed om dat te markeren, of te vieren, want dan is het duidelijk: voor de jongeman en voor zijn omgeving. Het afscheid nemen doet soms best een beetje verdriet. Want dat is wat hij kende, en zijn omgeving ook. Dat maakt nu plaats voor het onbekende. Deze afscheidings-, of separatiefase wordt in onze samenleving gevierd met het vrijgezellenfeest. De vrijgezel komt in een afzonderingsfase, een soort tussentijd, waarin dingen geoorloofd zijn die in de oude fase (nog) niet mochten en in de nieuwe niet meer. De jongeman is in between, of in de tussentijd. En dat is waar we nu zijn, in de tussentijd. Het brugwachtershuisje is geen brugwachtershuisje meer. Er huist geen brugwachter die dag in dag uit de brug opent om boten door te laten en die vriendelijk groet naar de passanten op de brug. We hebben het afscheid van het brugwachtershuisje goed gemarkeerd en gevierd, door uitgebreid stil te staan bij de brugwachters en hun werk. De brugwachters zijn er niet meer. Maar het huisje staat er nog wel. In afwachting van een nieuwe bestemming is het huisje daar, in de tussentijd. Het mooie van de tussentijd, of de ‘liminale fase’ in jargon, is dat het een tijd is van bezinning. Van terugkijken op wat geweest is en op hoopvol kijken naar wat er komen gaat. Omdat de oude status is afgelegd en we ontdaan zijn van alle uiterlijke manifestatie van onze oude rol en de nieuwe nog niet van toepassing is, heerst er een soort van solidariteit. We zitten er allemaal in hetzelfde schuitje. Dat is ook het moment waar de verandering plaatsvindt. Daarom is het zo belangrijk daar ook de tijd voor te nemen. Om ruimte te nemen om in die tussenfase te bezinnen, zodat de verandering ook gevoeld kan worden en beklijft. Nu snap je misschien ook waarom dat brugwachtershuisje zo’n fijne plek is. Want je hoeft er even niks, je mag je oude zelf even loslaten en mijmeren over wat komen gaat. De rust -en vooral de geoorloofde rust- is zo welkom in deze samenleving. Zo kunnen we ons bezinnen en even pas op de plaats maken zodat we daarna weer vol verbinding de nieuwe weg in kunnen slaan. Ik hoop dat het brugwachtershuisje nog even in deze heerlijk liminale fase mag blijven hangen, in de tussentijd… Suzanne van Hees is Bosschenaar en cultureel en organisatieantropoloog en houdt zich met haar bedrijf Nieuw Daglicht bezig met sociale vragen in organisaties en de samenleving. www.nieuwdaglicht.nl foto onder : peer reede |
VERHALENHier lees je meer verhalen over de impact van bouwrituelen. En aankondigingen van initiatieven. Archief
Februari 2025
|